woensdag 10 juli 2013

samen alleen


 Het was vrijdagmiddag het gymnasium was net uitgegaan op de burg. honnerlaan. Een groep leerlingen stapten in bus 56 op weg naar huis. Ze waren druk met elkaar bezig de dag van vandaag te bepreken. Er was een leraar hoofdschuddend en met armenzwaaiend het lokaal uit gelopen. Dat was het gesprek zo voor het weekend. Ze verwachten hem niet maandag terug te zien. Ze moesten er steeds om lachen, wanneer een van de leerlingen uitstapte zwaaiende de armen van de gene door de lucht. Net zoals bij de leraar. Hij zat het zo eens allemaal aan te kijken en genoot van al die verhalen, al die vrolijkheid en van al dat jonge leven. Hij was nu 80 en hij gaf zelf toe, op een beetje artrose  mocht hij niet klagen. Zijn vrouw had echter minder geluk. Zij was nu 78 en had Alzheimer. Ze herkende hem niet meer. Voor haar was hij haar ex man geworden. Ze leefde weer met haar ex man in het Gelderse Nijmegen. Hij hete geen Sander maar ze noemde hem Toon. Het was nu al meer dan 4 jaar zo. In het begin werd hij er boos om. hij dacht dat ze het expres deed. Dat ze bij hem weg wilde. Omdat ze wel de namen van haar van haar dochter en zoon goed benoemde. 

De huisarts had hem uitgelegen was er met zijn Sjaan aan de hand was. Hij had gehuild toen hij het hoorde. Hij zal nooit meer haar Sandertje zijn. Maar die Toon. Vreselijk vond het . Na 54 jaar samen zo gelukkig te zijn geweest komt er een einde aan. Hij had haar beloofd tot aan de dood samen te blijven en nu was er dit tussen gekomen. Hoe moest dit nu verder. Hij wist het niet.

Hij kreeg goede hulp van Annelies  haar dochter. Die werkte in een verpleeghuis  en begeleide hem door dik en dun. Ook de huisarts kwam eens in de maand hoogte nemen hoe het nu ging. Sjaan ging op maandag en donderdag naar de dagbehandeling. Dan had hij even wat rust. Hoefde hij niet op te letten. Het was fijn dat hij zich die dagen wat meer kon ontspannen maar rust had hij niet. Hij miste haar. Thuis kon hij dan niet zijn. Hij ging voor het middageten naar het verzorgingshuis toe waar Sjaan met de dagbehandeling zat. Nam daar het eten. Keek even om het hoekje bij Sjaan. Soms wachtte hij even tot ze hem gezien had. Dan keek ze met een verliefd kinderlijk blik in haar ogen naar hem. Ze herkende hem daar ook niet. Maar ze keek hem daar altijd zo fijn aan. Dat alleen al was het ritje met de bus wel waard. Thuis keek ze altijd boos.

Het huwelijk van Sjaan en Toon was een moetje geweest. Sjaan was pas 18 en was zwanger van Annelies. Kort daarna werd ook haar zoon Karel geboren. Het huwelijk heeft daarna nog twee jaar geduurd. Daarna vluchtte Sjaan met haar kinderen naar haar ouders. Toon moest hard werken om het gezin te onderhouden. Hij was vaak weg. En als hij thuis was, was hij moe of dronken. Als hij dronken was  hij gemeen tegen Sjaan en de kinderen. "Hij wilde helemaal niet trouwen met die snol, maarja ze werd zwanger. Tiny van het hoekje was tenminste een lekkere stoot om te zien. Sjaan zag er niet uit.

Sander kwam vier jaar later in haar leven. Vanaf dag 1 waren ze maatjes. Annelies en Karel hebben hem ook altijd als hun vader beschouwd. Hij hield van ze. Behandelde hen als of het zijn eigen kinderen konden zijn. Voor hem hoefde hij ook geen eigen kinderen. Hij had alles wat hij wilde. Een goede baan in de scheepsbouw. Een geweldige vrouw en twee prachtkinderen. Sjaan begon er  wel eens over of hij echt niet een eigen kind nog wilde samen met haar. Hij gaf haar dan  altijd het zelfde antwoord: "Sjaantje je heb me alles gegeven wat ik wil, wat kan een man nog meer wensen."  en hij gaf haar dan een kus op haar voorhoofd. Het blik wat ze hem dan gaf was het zelfde blik als dat ze op de dagbehandeling aan hem gaf. Het gevoel wat hij daar bij kreeg leek veel op de vlinders in zijn buik . Van toen hij verliefd op haar is geworden. Ze was de knapste kantine dame  die er was.

Nu stond hij aan de zijlijn. Hij was in haar ogen de grootste klootzak die er was. En soms als ze samen op de bank het zes uur nieuws zaten te kijken. Gaf ze hem in eens een klap in zijn gezicht. Hij moest dan altijd even knipperen met zijn ogen en de tranen moest hij bedwingen. Ze begon dan te schelden dat hij weer eens vreemd was gegaan. "Zeker met de Tiny he" Ze beschuldigde hem van alles wat hij nooit zou doen. Hij zou haar nooit pijn kunnen doen. En hij weet zij hem ook niet. Het was de Alzheimer die hem toesprak. Het deed hem zo zeer haar altijd zo te zien. Hij kon haar niet helpen. Annelies en de dokter hadden het hem allemaal goed verteld. Maar hij kon haar niet opgeven niet naar een verpleeghuis. Hij had  haar dat beloofd, tot de dood ons scheidt, niet eerder. Dacht hij op zo een moment dan altijd. Annelies en Karel woonde allebei dicht bij. Hij belde dan altijd even naar een van hen op. Dan kwamen ze even. Dan kreeg hij even wat lucht. Maar lang wilde hij dat ook niet. Het was zijn Sjaantje. Het waren gelukkig maar periodes dat ze gewelddadig was. Soms gebeurde er een paar weken niets. Dan ineens een paar keer achter elkaar wel. Hij kon nooit voorspellen wanneer het kwam. Maar hij hielt van haar. Hij kon zo genieten als ze toch ineens zich omdraaide en zei :"ik hou van je". Gelukkig zei ze dan nooit de naam Toon erbij. Dus leek het net alsof ze het tegen hem had. Tegen haar Sandertje. 

Annelies vroeg af en toe of het niet eens tijd werd voor een opname in een verpleeghuis. Hij gaf nooit daar aan toe. Hoe zwaar het ook voor hem is. Hij zei altijd: "Wij zijn samen alleen tot de dood ons scheidt".

Zo is het nog 3 jaar door gegaan. Tot die dag kwam. Hij was gevallen en had zijn heup gebroken. Zij werd opgenomen op een tijdelijke pg afdeling tot dat hij  terug zou komen naar huis.  Hij  vond het vreselijk Annelies en Karel namen Sjaan om de dag mee naar de revalidatie afdeling waar hij verbleef.  Hij kon het verwerken dat hij niet voor haar kon zorgen. Hij kreeg geen hap eten meer naar binnen van verdriet. Een longontsteking heeft een einde aan zijn lijden gemaakt. Hij overleed  in het bij zijn van Sjaan, Annelies en Karel. Nadat hij zijn laatste adem had uitgeblazen zei Sjaan :'" Ik ga je missen Sander."  Dat staat nu ook op zijn steen.  Sjaan en haar kinderen komen elke week een bloemetje brengen. Sjaan zit inmiddels in een rolstoel en zegt niets meer, staart alleen nog maar wat voor zich uit.
 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten