woensdag 31 juli 2013

de voordeur



“Vandaag voor het eerst in 30 jaar mijn voordeur voor de laatste keer dicht gedaan.” Vertelde de man naast mij op het bankje, buiten in de schaduw ergens in Den Haag.

Niet omdat hij een nieuwe voordeur zou krijgen van de woningbouwstichting. Daar had hij al jaren geleden om gevraagd, maar nooit gekregen. Hij had de strijd met de woningbouw opgegeven. De man had twee keer gebeld en één keer een brief geschreven. Op al die keren had hij maar één keer een opzichter bij zijn deur zien staan. De opzichter kwam onaangekondigd langs om naar zijn deur te kijken. De man was die dag niet gaan biljarten omdat hij zwaar verkouden was. De hond van de buurvrouw ging zo te keer dat hij ging kijken wat er aan de hand was. Hij keek verbaast op toen hij voor zijn deur een man zag staan. Hij deed zijn deur open, vroeg aan de man wie hij was. De man vertelde dat hij  een opzichter van de woningbouwvereniging  was en zei er gelijk bij dat het wel meeviel met zijn deur. Daarna had hij maar die strijd opgegeven.  Hij had om een nieuwe deur gevraagd omdat de deur zwaar beschadigt was toen de hond van de buurvrouw er tegen aan was gaan krabbelen.  Hij rook de kat van hem. De hond was nogal dominant, hij dulden geen andere beesten in de buurt. Geen anderen honden , katten of vogels. De hond rook het van een straat lengte afstand. Wanneer er iemand met een hond door de straat was gelopen, had de buurvrouw de grootse moeite om haar hond rustig te houden.  Toen de hond nog een pupje was, had de hond nergens last van. Zijn kat kon zelfs over de galerij lopen. Naar mate de hond groter werd, werd zijn ego ook groter. Op een dag werd zijn kat werd aangevallen door de hond. De hond was zelfs bij hem naar binnen gerent achter zijn kat aan. Sinds die dag bleef zijn kat binnen, durfde niet meer naar buiten . Zijn kat bleef zelfs uit de buurt van de voordeur. De beschadigde deur of de hond van de buurvrouw waren niet de reden dat hij vandaag zijn deur voor de laatste keer had dicht gedaan. Ook het overlijden van zijn kat had er niets mee te maken. Hij miste zijn kat nog steeds ook al was het nu drie jaar geleden. Terwijl de man dit vertelde dacht hij terug aan zijn kat. Koos heette hij. Er kwam een glinstering in zijn ogen. De naam van de hond heeft hij wel geweten, nu niet meer.  Het vogeltje wat hij daarna had gekocht had nooit de lege plek van zijn kat vervangen.  Daar kon het vogeltje ook niets aan doen. Zijn kat kwam elke avond tijdens het tv kijken op zijn schoot liggen. Het vogeltje begon altijd te fluiten wanneer de tv aan ging. Toch vond hij het wel fijn, hij had hele gesprekken met het beestje.
De reden was dat hij was verhuist naar een verzorgingshuis. De man was ouder geworden. Het lukt hem niet meer om goed voor zich zelf te zorgen. De man woonde in een twee kamerwoning op de vierde verdieping. Nu woon hij in een twee kamerwoning  op de eerste verdieping. De man stond er versteld van hoeveel ruimte hij nu had. Hij had nog wel 17 bananendozen in zijn kamer staan, maar die hoefde hij niet uit te pakken. Wat moest hij met al die rotzooi? Nee die zouden gewoon ingepakt blijven staan. Wel was de man verbaast hij had ineens op de vensterbank een ronde bolvormige vaas staan met allemaal kleingeld er in. Hij had echt geen idee waar die vaas vandaan kwam. De verbazing was nog steeds van zijn gezicht te lezen terwijl hij het vertelde. Zijn vogeltje staat nu in de vensterbank, geniet van de vogels buiten in de boom voor zijn raam. De man geniet van het vogeltje. Hij mist alleen toch wel zijn eigen oude vertrouwde voordeur die hij 30 jaar lang had.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten