woensdag 31 juli 2013

de voordeur



“Vandaag voor het eerst in 30 jaar mijn voordeur voor de laatste keer dicht gedaan.” Vertelde de man naast mij op het bankje, buiten in de schaduw ergens in Den Haag.

Niet omdat hij een nieuwe voordeur zou krijgen van de woningbouwstichting. Daar had hij al jaren geleden om gevraagd, maar nooit gekregen. Hij had de strijd met de woningbouw opgegeven. De man had twee keer gebeld en één keer een brief geschreven. Op al die keren had hij maar één keer een opzichter bij zijn deur zien staan. De opzichter kwam onaangekondigd langs om naar zijn deur te kijken. De man was die dag niet gaan biljarten omdat hij zwaar verkouden was. De hond van de buurvrouw ging zo te keer dat hij ging kijken wat er aan de hand was. Hij keek verbaast op toen hij voor zijn deur een man zag staan. Hij deed zijn deur open, vroeg aan de man wie hij was. De man vertelde dat hij  een opzichter van de woningbouwvereniging  was en zei er gelijk bij dat het wel meeviel met zijn deur. Daarna had hij maar die strijd opgegeven.  Hij had om een nieuwe deur gevraagd omdat de deur zwaar beschadigt was toen de hond van de buurvrouw er tegen aan was gaan krabbelen.  Hij rook de kat van hem. De hond was nogal dominant, hij dulden geen andere beesten in de buurt. Geen anderen honden , katten of vogels. De hond rook het van een straat lengte afstand. Wanneer er iemand met een hond door de straat was gelopen, had de buurvrouw de grootse moeite om haar hond rustig te houden.  Toen de hond nog een pupje was, had de hond nergens last van. Zijn kat kon zelfs over de galerij lopen. Naar mate de hond groter werd, werd zijn ego ook groter. Op een dag werd zijn kat werd aangevallen door de hond. De hond was zelfs bij hem naar binnen gerent achter zijn kat aan. Sinds die dag bleef zijn kat binnen, durfde niet meer naar buiten . Zijn kat bleef zelfs uit de buurt van de voordeur. De beschadigde deur of de hond van de buurvrouw waren niet de reden dat hij vandaag zijn deur voor de laatste keer had dicht gedaan. Ook het overlijden van zijn kat had er niets mee te maken. Hij miste zijn kat nog steeds ook al was het nu drie jaar geleden. Terwijl de man dit vertelde dacht hij terug aan zijn kat. Koos heette hij. Er kwam een glinstering in zijn ogen. De naam van de hond heeft hij wel geweten, nu niet meer.  Het vogeltje wat hij daarna had gekocht had nooit de lege plek van zijn kat vervangen.  Daar kon het vogeltje ook niets aan doen. Zijn kat kwam elke avond tijdens het tv kijken op zijn schoot liggen. Het vogeltje begon altijd te fluiten wanneer de tv aan ging. Toch vond hij het wel fijn, hij had hele gesprekken met het beestje.
De reden was dat hij was verhuist naar een verzorgingshuis. De man was ouder geworden. Het lukt hem niet meer om goed voor zich zelf te zorgen. De man woonde in een twee kamerwoning op de vierde verdieping. Nu woon hij in een twee kamerwoning  op de eerste verdieping. De man stond er versteld van hoeveel ruimte hij nu had. Hij had nog wel 17 bananendozen in zijn kamer staan, maar die hoefde hij niet uit te pakken. Wat moest hij met al die rotzooi? Nee die zouden gewoon ingepakt blijven staan. Wel was de man verbaast hij had ineens op de vensterbank een ronde bolvormige vaas staan met allemaal kleingeld er in. Hij had echt geen idee waar die vaas vandaan kwam. De verbazing was nog steeds van zijn gezicht te lezen terwijl hij het vertelde. Zijn vogeltje staat nu in de vensterbank, geniet van de vogels buiten in de boom voor zijn raam. De man geniet van het vogeltje. Hij mist alleen toch wel zijn eigen oude vertrouwde voordeur die hij 30 jaar lang had.

zondag 28 juli 2013

Langzaam




Langzaam ontwaak ik uit dit spooksel.
Traag komt het besef.
Beetje bij beetje laat ik het toe.
Realiteit zorgt voor het heden.
Verdriet, gemis en pijn voor het verleden

van binnen





Somber is het weer buiten.
Somber is het bij mij binnen.
Het waait buiten.
Gedachten stormen door mijn hoofd van binnen.
Hier en daar valt er een regen druppel buiten.
Daar komen de tranen weer van binnen naar buiten.






echt waar, helaas


 
 
 
Gefeliciteerd, u bent nu de gelukkig man geworden om geleefd te gaan worden. Geleefd omdat u jaren geleden een vrouw heeft ontmoet, daar zo verliefd op bent geworden dat u bent getrouwd en alle lief en leed met haar wil delen. Omdat u deze beloofde jaren geleden heeft gedaan . Gaan wij u, u nu helpen deze belofte waar te maken. Maar dan wel ZONDER HULP van een zorginstantie. Wij als ziekenhuis zullen daar alles aan doen om u zo snel mogelijk u in deze rol in te werken. Daarom wordt uw o zo lieve echtgenoot die nu compleet van de wereld is morgen ontslagen. Dit doen wij met opzet op een zaterdag. Zodat u het weekend gelijk aan de slag kan. De zaterdag komt ons juist beter uit, wij kunnen u dan niet te woord staan. Ook kunt u niet hulp vragen bij andere instanties. Mocht uw vrouw toch proberen iets te ondernemen wat echt niet door de beugel kan. Kunt u altijd terecht op de spoedeisende hulp. Dan moet het natuurlijk wel zoiets zijn van 7 hoog naar beneden springen. U zal uw vrouw natuurlijk wel eerst ten alle tijden het uit haar hooft moeten praten. Ook als dat rond 03:00 is en heeft u al 3 nachten niet geslapen omdat uw vrouw in de nachten er van overtuigt is dat ze zich eerst moet douchen en aankleden om naar de stad te gaan. Daar voor wordt u geleefd en niet wij als zorg instelling. Daarvoor heeft u toen ja gezegd voor, voor en tegenspoed. Wij als zorginstelling zijn trots op wat wij tot nu toe hebben gedaan om uw vrouw lichamelijk op te knappen. Wij hadden u toegezegd ook zorg te bieden voor de geestelijk toestand van uw vrouw. Maar daar zien wij nu van af. Het valt ons toch wel wat tegen . Zo ging u vrouw praten in haar slaap en hielt daardoor de nachtzuster uit haar slaap en de andere patiënten. Uw vrouw praat vreemd ze ziet steeds een film voor zich. We weten niet wat we daar mee aan moeten. De tv stond niet aan. Mocht ze de tv stiekem hebben aangezet dat willen wij dat u de rekening daar voor betaald. Ook was het wel een last om uw vrouw steeds te helpen herinneren dat ze haar medicijnen in moest nemen. Er moest steeds een zuster haar helpen met naar de wc gaan. Het blijkt dat het voor ons toch best wel moeilijk is om met andere disciplines binnen onze zorginstelling te communiceren over deze ongemakken die uw vrouw ons heeft bezorgd de tijd dat uw vrouw bij ons verbleef. De zorg aan u overdragen voor uw psychiatrische vrouw is makkelijker. U zult minder vragen stellen en met al uw liefde en vrije tijd uw vrouw gaan verzorgen. U zult natuurlijk wel wat tegensputteren daar rekenen we op. Daarom dat we voor de zaterdag hebben gekozen.. Zo zijn er dan minder artsen of psychologen in huis om u te woord te staan. De overdracht zal worden gedaan door een verpleegkundige, zij kan maar de helft van uw vragen beantwoorden, daardoor zult u vanzelf minder vragen gaan stellen en accepteren dat u vanaf nu ingewerkt gaat worden in mantelzorger voor 24 per dag. Wanneer u zelf het niet meer zo ziet zitten dan kunt u terecht bij uw huisarts. Daar kunt u dan de gehele geschiedenis opnieuw vertellen. Wij raden u het echte niet aan om alle details opnieuw te gaan vermelden bij uw huisarts. Daar u uw vrouw in verwarde toestand mee moet nemen naar de huisarts, omdat zij niet meer alleen kan zijn. Dit kan verwarrend overkomen voor uw huisarts. Die weet dan niet meer of u nu voor u zelf komt of voor uw vrouw. Dat willen wij uw huisarts niet aan doen. Wij zullen nu ook geen contact opnemen met uw huisarts om hem op de hoogte te stellen.. Dit kost ons tijd en inspanning , op zaterdag zijn wij liever bij onze familie.

mama



Dit is Dit

Dit is haar naam.

Dit is mijn lieve vrouw.

Dit is mijn moeder.

Dit is onze zus.

 

Dit is onwerkelijk.

Dit is pijn.

Dit is verdriet .

Dit is met geen pen te beschrijven.

 

Dit is een traan omdat we nu hier staan.

Dit is  een glimlach wanneer we Dit  in ons hart voelen.

 

Dit is veels te vroeg.

Dit is te stil.

 

Dit is voor nu even afscheid nemen.

Dit is gebeurd.

 

Dit  is omdat we van je blijven houden.

lente gevoel




Wow, ik schrik ervan. Ik laat het maar over heen komen. Het gebeurde terwijl ik heerlijk aan het genieten was van mijn mok thee. Normaal gesproken komt er niets tussen mij en mijn mok thee. Maar vandaag 6 januari 2013 gebeurde het dus wel. Terwijl ik nog een slok neem voel ik het. Ik kreeg een grote glimlach op mijn gezicht, kreeg vlinders in mijn onderbuik. Stil zitten was geen optie meer. Het gevoel wat zich meester maakte over mij, gaf aan dat ik dit moest doen.  Dus opstaan en gaan. Gewapend met handschoenen, vuilniszak en schaar , ging ik ervoor. De tuin in. Ik begon met het snoeien van de planten. Dat moest echt nodig gedaan worden. Het was een grote boes boes in onze tuin. Dus ik begin fanatiek alle planten snoeien ook degene die niet gedaan hoeven te worden. Tja er staat wel op het kaartje van die plant dat het pas in april gedaan moest worden. Maarja we zitten nu in januari en ik heb dit gevoel. Staat tenminste weer netjes opgeruimd al die gekortwiekte planten. Na dat snoeien moest er ook aangeveegd worden. Dus op naar de volgende uitdaging. Vegen, vegen, vegen, nu ik toch bezig was had ik maar gelijk de hogedruk spuit erbij gehaald. Grote teleur stelling toen ik de snelkoppeling niet kon vinden. Dus de hogedrukspuit maar weer naar de schuur gebracht. Jammer, maar ik laat me niet uit de tuin slaan. Dan maar met  emmer en bezem, boenen maar. Na een half uurtje boenen was ik dik tevreden met het resultaat. Jammer genoeg was dit dan ook wel gelijk mijn laatste actie. De blaren op mijn handen gaven aan dat ze nu echt wel door wilde zetten. Toch nog even  snel het tuin vuilnis weg gegooid.

Bezweet en met blaren op mijn handen zie ik tot mijn grote schrik dat ik mijn kop thee  niet helemaal op heb gedronken. Zonde van de thee dacht ik nog. Ik zet een nieuwe bak thee. Ik sta voor het raam en kijk tevreden naar buiten. Het voorjaarsgevoel zit nog steeds in me. Maar nu eerst genieten van het resultaat. Misschien is er straks een tuincentrum open kijken of ze wat planten hebben. Die zouden ze al toch wel hebben in januari ? Of kan ik alleen nog maar kunstsneeuw kopen restant van de kerst?

koopzondag




Koopzondag. Altijd gezellig om toch nog een extra dag de stad in te gaan.

Het gros van de mensen rent door de winkelstraat heen, als of de winkels alleen vandaag open zijn.
De super markt draait er nog een goede omzet bij. De kleding winkels laten nu echt merken door  de ramen vol te plakken met  reclame borden dat het nu echt de laatste dagen van de opruiming is.
Zij hebben ook niks te klagen. Er zijn genoeg mensen die de opruimingsborden niet gezien hebben.

 

Ik bedenk dat mijn shampoo net op was dus kon ik die alvast wel aanschaffen. Dus ik  loop langs de winkels en probeer een blik op de vangen van de verkopers.  Als het wel rustig is in de winkel weten ze niet hoe te moeten hangen. Zouden ze over de balie heen hangen of toch over een stapel met broeken. Ze  hebben de grootste lol met elkaar. Ik kan nog net opvangen wat hun vrienden allemaal op facebook hebben geschreven over hun weekend.  Ze kunnen ook op de stoel achter de balie gaan zitten, Lekker uit het zicht. Hoeven ze ook niks te zeggen als er iemand binnen komt.  Ze zien mij wel verschijnen als ik wil afrekenen.

 
Er zijn ook winkels met camera’s als ik dan naar binnen stapt. Komt er een verkoper met een rotgang  uit één of andere hoek. Meestal met een broodje of een kop koffie in hun handen. Ze glimlachen naar me. Maar die glimlach zegt  “pffffffffff ik zat net te eten, waarom kom je nu , je koopt toch niks.”  Dat roept bij mij de neiging op om dan ze maar eens flink te laten lopen. Ik zoek dan een paar schoenen uit waarvan mijn maat  niet in de winkel staat. “Tuurlijk ik kan even achter kijken voor u.” Hoor ik dan de verkoper zeggen.  Ik zoek of ik nog iets kan vinden waardoor de koffie echt koud word.   Stel dat die schoenen er zijn koop ik ze misschien,  ik betaal voor de service  dus wil ik die ook krijgen ook.  Maar natuurlijk ik koop dan niks . De verkoper had gelijk. En ik ook ik zie geen damp meer van de koffie afkomen.

 
Er zijn ook winkels die hebben in gespeeld op de extra koopzondagen. Zij zorgen ervoor dat hun eigen kosten laag blijven. De loonkosten dan . Daar de verkoper nog maar net droog is achter zijn oren. Kunnen deze verkopers je totaal geen goed antwoord geven als ik hun vraagt of deze shampoo nou voor droog haar is of voor futloos haar. Wel zijn het verkopers die je wel met een oprechte glimlach aankijken. Het enthousiasme straalt altijd van deze mensen af.  Ik word er altijd blij van.  Ik ziet ze dan door de winkel heen rennen met mijn  shampootje. Naar een verkoper gaan die al 5 dagen heeft gewerkt.  Je ziet dat ze een glimlach probeer op te houden.  Ik knik vriendelijk naar de door gewinterde verkoopster. Zo een knikje kost mij niets , ik ben altijd helemaal in mijn hum  als ik aan het winkelen ben.  De “duurdere verkoopster wijst  iets aan op het flesje en al huppelend komt de jonge verkoper naar mij toe. Jammer de shampoo is  alleen voor geverfd haar.  Ze laat het me nog even duidelijk zien , het stond er voor op. Jammer daar heb ik niks aan. Ik heb futloos haar. Toch bedank ik de huppelende en dure verkoopsters en loop naar de volgende winkel.

 
Bij de volgende winkel vond ik wel de juister shampoo. Ja ik wist nu waar ik moest kijken. Dat had ik onthouden van de huppelende verkoopster. Aangekomen bij de kassa troffen we een  verkoopster aan die verteld dat  in dit geval wij nog voor de laatste keer een plastic zakje krijgen .MAAR bij de  volgende keer niet meer. Daar doet de Etos niet meer aan. Met verbaasde ogen kijk ik de dame aan. Denk bij me zelf dit zal ze wel vijf dagen lang hebben  verteld aan alle klanten.  Anders kwam het nu wel anders d’r strot uit. Wij bedanken haar voor de mededeling en lopen de winkel uit.

 

Best wel gezellig zo een koopzondag.

regeltjes trut



Netjes over het voetpad oversteken. Wachten tot het stoplicht op groen gaat. Niet harder dan 120. Rechtdoor op de zelfde weg gaat voor. PFFFFFFFFFFFFFFF al die regels. En toch ben ik zo een regeltjes trut die zich er netjes aan houd.  Elke ochtend fiets ik naar de metro , daar het vroeg in de ochtend is , geeft  mijn lichaam het signaal af dat de buiten temperatuur voor  mij veels te laag is. Ik ben dan ook net een fietsend Michelin poppetje. In gepakt met sjaal handschoenen en muts race ik door de straten om zo snel mogelijk bij het metrostation te komen. Om daar mijn lichaam op te kunnen warmen in de niet overdekte stationshal. Waar de wind van alle kanten lijkt te komen. Op warmen lukt dan ook net niet.  Op mijn bare tocht richting het metrostation hou ik mij netjes aan de regels van het verkeer. Ondanks dat ik bijna niemand tegenkom. Geen  auto, geen voetganger geen andere fietser.  Blijf ik netjes mijn vinger uitsteken als ik de bocht omgaat.  Mijn dynamo maakt elke ochtend weer overuren. Ik trap mezelf hierbij het je weet wel en geef het nou echt zoveel meer licht .NEE.  Maar toch het licht moet aan. Anders zien de andere verkeers deelnemers mij niet. Maar ook ik heb mijn zondige momenten, helaas elke ochtend weer overtreed ik een regel.  Ik  fiets dan snel schuin over een pleintje heen, dit scheelt mij aanzienlijk veel fietsen. Aangezien mijn conditie er wel op vooruit gegaan is sinds ik deze bare tocht elke ochtend weer fiets  Ben ik er toch een grote voor stander voor om deze zonde te begaan . Anders moet ik om het pleintje heen fietsen en kom ik toch op het zelfde punt uit. Maar voor ik deze zonde  pleegt  kijk ik altijd even in het rond stel je voor dat iemand opeens zijn hond uit moet laten, of een vroegere dienst moet werken en mij daar dat pleintje over ziet fietsen. Dan word ik betrapt op mijn enige zonde va n de dag . Vreselijk lijkt me dat. Ik verzin ook altijd een smoes als ik over dat pleintje race. Zo iets van ik ben te laat en moet de metro halen. Of  ik moet snel blijven fietsen anders lopen mijn banden leeg er zit namelijk een gaatje in. Ja ik heb altijd wel een verhaaltje klaar als iemand mij daar zou aanhouden. Spannend is het wel. Ik waaghals die deze zonde elke ochtend weer probeer te overleven.  Zoiets van met een rot gang langs een politie auto rijden en dan kijken of ze achter je aan gaan. Misschien dat ik daarom toch elke morgen met een glimlach onder mijn mega sjaal op het metrostation aankom. Een glimlach die zeg ik heb het weer gedaan en ben weer niet betrapt. Goed he.

maandag 22 juli 2013

hamer time


Ze ging achter hem staan. En sloeg met al haar emotie van al die jaren, van al die keren met al haar  woede, pijn, haat, walging  en wraak met een hele grote hamer op zijn kop. Het bloed vloog door de  keuken heen. Ze schrok een beetje omdat de hamer vast bleef zitten in zijn schedel. Een flinke ruk zorgde ervoor dat hij los kwam. Nog een keer sloeg ze met al haar kracht op zijn kop. “Sterf klerelijër, Sterf” riep ze. De tranen liepen over haar wangen. Ze hield zich niet meer in, ze begon nog vaker met de grote hamer op die klote kop van hem te rammen.  “ STERF, STERF” bleef ze maar schreeuwen. Nog meer tranen. Zijn lichaam viel door al dat geweld dood op de grond. Het kon haar niets meer schelen. Ze bleef op dat pokken lichaam slaan. Nog meer  bloed, stukjes schedel vlogen in het rond. Woede, pijn, verdriet en nog veel meer emotie gierden door haar lichaam. Ze had de grote hamer alweer in de aanslag voor een volgende  beuk op het lichaam. Toen ze merkte dat ze helemaal verkrampt de hamer deed had. Ze kon het niet meer los laten zo gespannen had ze hem vast. Ze liet zich op de grond naast hem vallen. Er kwamen er nog meer tranen, opluchting, blijdschap, vreugde. De tranen leken niet te kunnen stoppen. Ze liet ze gaan. Ze probeerde haar handen wat te ontspannen, wiebelde wat met haar vingers. Langzaamaan voelde ze haar hele lichaam ontspannen. Wat een heerlijk gevoel is dat. Dit had ze zoooooo veel eerder moeten doen. Dat kon ze niet. Ze heeft hier langzaam naar toe geleefd, tot aan vandaag. Hij heeft er zelf voor gezorgd dat ze dit nu had gedaan.  Ze stond op keek met een grote glimlach naar de zooi die ze ervan had gemaakt. Belde 112 en vertelde dat ze haar man had vermoord.  Voor dat ze het huis geboeid verliet zei ze tegen die grote lamlul die daar nu zo als een triest hoopje op de keukenvloer lag. “Zo grote klootzak, Ik ga mijn straf met plezier uit zitten. Dit is het grootste en beste geschenk wat je mij ooit gegeven heb. Ik hoop dat ze nog wat van je kunnen maken als je in die kist leg. Zie je moeder ook eens de rotte binnenkant van jou rot kop. Klootzak het ga je goed. See you in hell”

zondag 21 juli 2013

te laat voor school


 
 
“ik ben te laat, ik moet naar school.” zei ze. De paniek was in haar ogen te lezen. Ze wilde uit bed stappen, ze werd alleen tegen gehouden door een hoge rand aan haar bed. Dat weer hield haar niet. Ze pakte de rand beet  om te proberen of de hoge rand weg zou gaan. “Hallo ik moet naar school, kan iemand mij even helpen. Halloooooo”. Ze begreep er niets van. Waarom zat die rare hoge rand toch op haar bed. Er kwam een jonge vrouw aan, die haar vertelde dat ze haar kwam helpen. Ze moest alleen nog wat spullen bij elkaar pakken. Dat maakte haar niet zo veel uit als ze maar op tijd op school kwam. De jonge vrouw haalde de hoge rand weg. Ze deed gelijk haar benen uit bed. Ze kwam zitten. De jonge vrouw hielp haar met staan. “OOO die knieën ook altijd, wat doen die zeer he”. De jonge vrouw nam haar mee naar een wastafel met een raam voor haar. Ze begon zich zelf te wassen. Ze werd een beetje nerveus van een nieuwe vrouw die er bij was gekomen die zat zich blijkbaar aan de andere kant van de wastafel  te wassen. Die vrouw zat de gehele tijd naar haar te kijken. “kijk toch voor je joh, raar mens” zei ze tegen de vrouw. “ik moet opschieten ik moet naar school hoor.” De jonge vrouw kwam haar helpen: “mevrouw Muis wil u vandaag deze jurk aan?” . Dat vroeg ze zeker aan die vrouw bij de andere wastafel. Zij draag zulke jurken niet, die zijn voor oude vrouwen.  Die vrouw bleef naar haar kijken, nu werd ze toch wel boos op haar. “kijk niet zo, raar mens. Moet ik boos worden ofzo.” De jonge vrouw begon een beetje te lachen. Mevrouw Muis dat bent u zelf hoor.  Ze begreep er niets van. De jonge dame lag een handdoek over een  de andere dame heen. Ze moest er wel om lachen. Als ze dat maar niet bij mij doe straks dacht ze. De jonge vrouw ging verder met haar te helpen. “fijn dat je mij even help, ik wil niet te laat komen voor school.” “Gaat u maar even staan dan help ik u de onderkant met wassen en aankleden.” Ze ging staan. “O die knieën he.” Na het aankleden hielp de jonge vrouw haar naar school toe. Ze werd bij een tafel gezet met eten, dat was wel fijn, ze had ondertussen best wel honger gekregen van al die inspanning. Ze dacht, gelukkig op tijd school gaat zo beginnen.

Rapportage verpleging: Mevr was weer gedesorienteerd in tijd en plaats. Mevr herkende zich zelf niet meer in de spiegel. Pijn klachten aan de knie blijven aanhouden.

woensdag 10 juli 2013

prakje warm eten





                                                                  Prakje warm eten.


Er werd bij d’r aangebeld. Ze deed de deur open en daar stonden  haar vader met de hond Astra. Wat een leuke verrassing. Zo leuk als haar vader zo spontaan langs komt.  Ze gingen naar haar vaste plek  bij het raam in de keuken zitten , ze zette voor haar vader een grote mok oplos koffie. Dat vindt hij altijd zo lekker . Ze praten over hoe het nou met oma gaat  of ze nog steeds aan het mopperen is en dat Astra heeft  gespeeld met  andere rottweilers.

Doordat ze zo aan het praten was met haar vader had ze niet gehoord dat haar man en dochter ook thuis waren gekomen. Ze ging zo op in het gesprek dat de omgeving met het gesprek mee veranderde. De vloerbedekking had de bruine kleur, het behang had de oranje gele kleuren uit de jaren 70. Die grote bloemenvaas met die mooie varen stond weer in de gang. Zoals gewoonlijk liep Astra er tegen aan en vielen er blaadjes op de grond.       

 “ Astra”  riep ze “niet tegen de plant aan lopen.”. Ze werd er zelfs boos over. Astra moest het nu toch wel weten dat hij niet tegen die plant aan moest lopen. Ze had hem al zo vaak gewaarschuwd.

 
Haar man en dochter stonden daar ook in de keuken waar ze aan het praten was met haar vader. Zij begrepen alleen niet waar ze het over had. Zij konden het gesprek niet volgen. Ze snapte er niets van. Waarom begroeten ze haar vader niet. Die man heeft zoveel voor hun gedaan. Kon er nou niet eens eens een hallo vanaf? Ze raakte in de was. Hoe konden zij het gesprek nou niet volgen en waarom zeiden ze niets tegen haar vader . Ze zitten daar toch, ze kunnen hem toch horen . Ze is niet gek. Haar vader is een grote man die zie je niet gauw over het hoofd en Astra was midden in de keuken gaan liggen naast zijn waterbak. Ze zouden er over gevallen zijn als zij niet bij de ingang waren blijven staan . Ongelofelijk vond ze het.

 
Nu 4 jaar  later begrijpt ze nog steeds niet waarom haar man en dochter niet praten met haar vader of waarom ze Astra niet even uit willen laten. Ze kan toch niet alles alleen doen. Haar dochter heeft altijd een hele goede band gehad met opa. Wat is er gebeurd? Ze had er geen verklaring voor. Ze staart uit het raam, haar koffie is koud geworden. Haar man en dochter komen elke dag  rond de zelfde tijd thuis voor eten. Gezellig zo met de familie samen eten net zoals vroeger bij haar ouders thuis. Ze komt uit een groot gezin met 4 meiden. Er waren altijd mee vriendjes of vriendinnetjes  mee aten. Dat ze het nu gewoon vind dat er nu ook kleine kinderen bij waren. Ze kan deze kinderen niet. Ze lijken  wel erg veel op haar dochter toen die klein was.  Alleen heeft ze geen idee wie die kinderen zijn. Ze heeft ze nog nooit gezien.

Ze snap niet waarom haar dochter niet op haar eigen gaat wonen, ze hou van die meid. Maar ze vind het niet meer dan normaal dat haar dochter nu een leuk huisje zou hebben met een man en kinderen . Ze zou zo graag oma willen worden. 

Ze kan niet meer zelfstandig lopen heeft hierbij hulp nodig van de verpleging. Ze zit hele dagen voor het raam in de keuken naar buiten te kijken. Te wachten op haar vader.  Ze reageert niet meer op prikkels van buiten af. Alleen nog op haar man en dochter tijdens het eten van een prakje aardappels met bloemkool met een braadworst dan is er ineens weer die glimlach. Een glimlach die zeg ik hou van jou, ik ben blij dat jullie er zijn. Dan is er even weer contact met haar man en dochter en straalt er liefde in haar ogen. Dan is er die brede glimlach die zeg ik weet wie jullie zijn. Ik kan alleen jullie niet meer benoemen. Maar ik weet het wel. Een glimlach van een kind  die de lekkerste lollie van de hele wereld krijg. Ze geniet zo onbeschrijfelijk veel van die maaltijden. Haar man en dochter genieten ook zo onbeschrijfelijk veel van die maaltijd dan zijn ze weer even bij haar. Ze krijgen een glimlach van haar die elke keer weer het hart doet breken.

 
Op naar morgen middag, op naar het volgende prakje.

samen alleen


 Het was vrijdagmiddag het gymnasium was net uitgegaan op de burg. honnerlaan. Een groep leerlingen stapten in bus 56 op weg naar huis. Ze waren druk met elkaar bezig de dag van vandaag te bepreken. Er was een leraar hoofdschuddend en met armenzwaaiend het lokaal uit gelopen. Dat was het gesprek zo voor het weekend. Ze verwachten hem niet maandag terug te zien. Ze moesten er steeds om lachen, wanneer een van de leerlingen uitstapte zwaaiende de armen van de gene door de lucht. Net zoals bij de leraar. Hij zat het zo eens allemaal aan te kijken en genoot van al die verhalen, al die vrolijkheid en van al dat jonge leven. Hij was nu 80 en hij gaf zelf toe, op een beetje artrose  mocht hij niet klagen. Zijn vrouw had echter minder geluk. Zij was nu 78 en had Alzheimer. Ze herkende hem niet meer. Voor haar was hij haar ex man geworden. Ze leefde weer met haar ex man in het Gelderse Nijmegen. Hij hete geen Sander maar ze noemde hem Toon. Het was nu al meer dan 4 jaar zo. In het begin werd hij er boos om. hij dacht dat ze het expres deed. Dat ze bij hem weg wilde. Omdat ze wel de namen van haar van haar dochter en zoon goed benoemde. 

De huisarts had hem uitgelegen was er met zijn Sjaan aan de hand was. Hij had gehuild toen hij het hoorde. Hij zal nooit meer haar Sandertje zijn. Maar die Toon. Vreselijk vond het . Na 54 jaar samen zo gelukkig te zijn geweest komt er een einde aan. Hij had haar beloofd tot aan de dood samen te blijven en nu was er dit tussen gekomen. Hoe moest dit nu verder. Hij wist het niet.

Hij kreeg goede hulp van Annelies  haar dochter. Die werkte in een verpleeghuis  en begeleide hem door dik en dun. Ook de huisarts kwam eens in de maand hoogte nemen hoe het nu ging. Sjaan ging op maandag en donderdag naar de dagbehandeling. Dan had hij even wat rust. Hoefde hij niet op te letten. Het was fijn dat hij zich die dagen wat meer kon ontspannen maar rust had hij niet. Hij miste haar. Thuis kon hij dan niet zijn. Hij ging voor het middageten naar het verzorgingshuis toe waar Sjaan met de dagbehandeling zat. Nam daar het eten. Keek even om het hoekje bij Sjaan. Soms wachtte hij even tot ze hem gezien had. Dan keek ze met een verliefd kinderlijk blik in haar ogen naar hem. Ze herkende hem daar ook niet. Maar ze keek hem daar altijd zo fijn aan. Dat alleen al was het ritje met de bus wel waard. Thuis keek ze altijd boos.

Het huwelijk van Sjaan en Toon was een moetje geweest. Sjaan was pas 18 en was zwanger van Annelies. Kort daarna werd ook haar zoon Karel geboren. Het huwelijk heeft daarna nog twee jaar geduurd. Daarna vluchtte Sjaan met haar kinderen naar haar ouders. Toon moest hard werken om het gezin te onderhouden. Hij was vaak weg. En als hij thuis was, was hij moe of dronken. Als hij dronken was  hij gemeen tegen Sjaan en de kinderen. "Hij wilde helemaal niet trouwen met die snol, maarja ze werd zwanger. Tiny van het hoekje was tenminste een lekkere stoot om te zien. Sjaan zag er niet uit.

Sander kwam vier jaar later in haar leven. Vanaf dag 1 waren ze maatjes. Annelies en Karel hebben hem ook altijd als hun vader beschouwd. Hij hield van ze. Behandelde hen als of het zijn eigen kinderen konden zijn. Voor hem hoefde hij ook geen eigen kinderen. Hij had alles wat hij wilde. Een goede baan in de scheepsbouw. Een geweldige vrouw en twee prachtkinderen. Sjaan begon er  wel eens over of hij echt niet een eigen kind nog wilde samen met haar. Hij gaf haar dan  altijd het zelfde antwoord: "Sjaantje je heb me alles gegeven wat ik wil, wat kan een man nog meer wensen."  en hij gaf haar dan een kus op haar voorhoofd. Het blik wat ze hem dan gaf was het zelfde blik als dat ze op de dagbehandeling aan hem gaf. Het gevoel wat hij daar bij kreeg leek veel op de vlinders in zijn buik . Van toen hij verliefd op haar is geworden. Ze was de knapste kantine dame  die er was.

Nu stond hij aan de zijlijn. Hij was in haar ogen de grootste klootzak die er was. En soms als ze samen op de bank het zes uur nieuws zaten te kijken. Gaf ze hem in eens een klap in zijn gezicht. Hij moest dan altijd even knipperen met zijn ogen en de tranen moest hij bedwingen. Ze begon dan te schelden dat hij weer eens vreemd was gegaan. "Zeker met de Tiny he" Ze beschuldigde hem van alles wat hij nooit zou doen. Hij zou haar nooit pijn kunnen doen. En hij weet zij hem ook niet. Het was de Alzheimer die hem toesprak. Het deed hem zo zeer haar altijd zo te zien. Hij kon haar niet helpen. Annelies en de dokter hadden het hem allemaal goed verteld. Maar hij kon haar niet opgeven niet naar een verpleeghuis. Hij had  haar dat beloofd, tot de dood ons scheidt, niet eerder. Dacht hij op zo een moment dan altijd. Annelies en Karel woonde allebei dicht bij. Hij belde dan altijd even naar een van hen op. Dan kwamen ze even. Dan kreeg hij even wat lucht. Maar lang wilde hij dat ook niet. Het was zijn Sjaantje. Het waren gelukkig maar periodes dat ze gewelddadig was. Soms gebeurde er een paar weken niets. Dan ineens een paar keer achter elkaar wel. Hij kon nooit voorspellen wanneer het kwam. Maar hij hielt van haar. Hij kon zo genieten als ze toch ineens zich omdraaide en zei :"ik hou van je". Gelukkig zei ze dan nooit de naam Toon erbij. Dus leek het net alsof ze het tegen hem had. Tegen haar Sandertje. 

Annelies vroeg af en toe of het niet eens tijd werd voor een opname in een verpleeghuis. Hij gaf nooit daar aan toe. Hoe zwaar het ook voor hem is. Hij zei altijd: "Wij zijn samen alleen tot de dood ons scheidt".

Zo is het nog 3 jaar door gegaan. Tot die dag kwam. Hij was gevallen en had zijn heup gebroken. Zij werd opgenomen op een tijdelijke pg afdeling tot dat hij  terug zou komen naar huis.  Hij  vond het vreselijk Annelies en Karel namen Sjaan om de dag mee naar de revalidatie afdeling waar hij verbleef.  Hij kon het verwerken dat hij niet voor haar kon zorgen. Hij kreeg geen hap eten meer naar binnen van verdriet. Een longontsteking heeft een einde aan zijn lijden gemaakt. Hij overleed  in het bij zijn van Sjaan, Annelies en Karel. Nadat hij zijn laatste adem had uitgeblazen zei Sjaan :'" Ik ga je missen Sander."  Dat staat nu ook op zijn steen.  Sjaan en haar kinderen komen elke week een bloemetje brengen. Sjaan zit inmiddels in een rolstoel en zegt niets meer, staart alleen nog maar wat voor zich uit.