maandag 7 oktober 2013

Pech voor mij en hem.


Ik scheld hem helemaal de tyfus.  Verwens hem van alles. Terwijl ik dat doe maak ik mezelf groot. Span mijn spieren aan. Zo lijk ik niet op een dik propje maar op een toch best wel gespierde grote dame. Die zeer zelfverzekerd is, en die totaal niet bang is voor deze eikel.  Ik heb mijn lange laarzen met hakken aan, dus lijk ik nog groter. Mijn ogen spuwen vuur. In mijn rechter hand heb ik mijn sleutels vast, mocht het zo zijn kan ik daar mee uithalen. Maar dat deed ik niet.
Als ik van de schrik ben bekomen en in mijn achteruitkijkspiegel kijk, zie ik de vrachtwagen die zonet nog naast mij reed, aangaf naar rechts te komen en geen tijd nam om in zijn spiegel te kijken of ik daar nog reed. Hij voegde gelijk in, met als resultaat dat ik moest uitwijken naar de vluchtstrook. Die gelukkig daar waar ik reed erg breed is.
Bij het stoplicht aangekomen dat  natuurlijk net op rood springt, zie ik de man die op mijn auto komt afstormen. Zijn gezicht staat op oorlog. Hij zal vast en zeker die dag ervoor hebben moeten over werken en geen seks hebben gehad. Die ochtend had zijn vrouw ook al geen brood voor hem klaargemaakt. Ook lag zijn portemonnee nog op tafel dus kon hij onderweg niets kopen. Hij moest het doen met alleen maar een rolletje Mentos dal al maanden in zijn cabine lag.  In zijn portemonnee zat zijn rijbewijs die hij aan de politie moest tonen toen hij aan de kant werd gezet die ochtend , omdat zijn achterlichten het niet deden. De bekeuring wordt eerst naar zijn baas gestuurd, had de agente hem verteld.
Ik druk nog net met mijn volle verstand snel het knopje van mijn portier in zodat al de deuren van mijn auto op slot gaan. Dan beukt die vent op mijn raam. Scheldt mij uit voor achterlijke kuthoer en loopt weer terug naar zijn auto. Ik kijk met angstige grote ogen naar de man. Ik kan niks uitbrengen , mijn gedachten schreeuwen  ‘HELP’. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten