“Vandaag voor het eerst in 30 jaar mijn voordeur voor de
laatste keer dicht gedaan.” Vertelde de man naast mij op het bankje, buiten in
de schaduw ergens in Den Haag.
Niet omdat hij een nieuwe voordeur zou krijgen van de
woningbouwstichting. Daar had hij al jaren geleden om gevraagd, maar nooit
gekregen. Hij had de strijd met de woningbouw opgegeven. De man had twee keer
gebeld en één keer een brief geschreven. Op al die keren had hij maar één keer
een opzichter bij zijn deur zien staan. De opzichter kwam onaangekondigd langs
om naar zijn deur te kijken. De man was die dag niet gaan biljarten omdat hij
zwaar verkouden was. De hond van de buurvrouw ging zo te keer dat hij ging
kijken wat er aan de hand was. Hij keek verbaast op toen hij voor zijn deur een
man zag staan. Hij deed zijn deur open, vroeg aan de man wie hij
was. De man vertelde dat hij een opzichter van de woningbouwvereniging was en zei er gelijk bij dat het wel meeviel
met zijn deur. Daarna had hij maar die strijd opgegeven. Hij had om een nieuwe deur gevraagd omdat de
deur zwaar beschadigt was toen de hond van de buurvrouw er tegen aan was gaan
krabbelen. Hij rook de kat van hem. De
hond was nogal dominant, hij dulden geen andere beesten in de buurt. Geen
anderen honden , katten of vogels. De hond rook het van een straat lengte
afstand. Wanneer er iemand met een hond door de straat was gelopen, had de buurvrouw de grootse moeite om haar hond rustig te houden. Toen de hond nog een pupje was, had de hond nergens last van. Zijn kat
kon zelfs over de galerij lopen. Naar mate de hond groter werd, werd zijn ego
ook groter. Op een dag werd zijn kat werd aangevallen door de hond. De hond was zelfs bij hem naar binnen gerent achter zijn kat aan. Sinds die dag bleef zijn kat binnen, durfde niet meer naar buiten . Zijn kat bleef zelfs uit de buurt van de voordeur. De beschadigde deur of de
hond van de buurvrouw waren niet de reden dat hij vandaag zijn deur voor de
laatste keer had dicht gedaan. Ook het overlijden van zijn kat had er niets mee
te maken. Hij miste zijn kat nog steeds ook al was het nu drie jaar geleden. Terwijl de man dit vertelde dacht hij terug aan zijn kat. Koos heette hij. Er kwam een glinstering in zijn ogen. De naam van de hond heeft hij wel geweten, nu niet meer. Het
vogeltje wat hij daarna had gekocht had nooit de lege plek van zijn kat
vervangen. Daar kon het vogeltje ook niets aan doen. Zijn kat kwam elke avond
tijdens het tv kijken op zijn schoot liggen. Het vogeltje begon altijd te
fluiten wanneer de tv aan ging. Toch vond hij het wel fijn, hij had hele
gesprekken met het beestje.
De reden was dat hij was verhuist naar een verzorgingshuis. De man was ouder geworden. Het lukt hem niet meer om goed voor zich zelf te zorgen.
De man woonde in een twee kamerwoning op de vierde verdieping. Nu woon hij in
een twee kamerwoning op de eerste
verdieping. De man stond er versteld van hoeveel ruimte hij nu had. Hij had nog
wel 17 bananendozen in zijn kamer staan, maar die hoefde hij niet uit te
pakken. Wat moest hij met al die rotzooi? Nee die zouden gewoon ingepakt
blijven staan. Wel was de man verbaast hij had ineens op de vensterbank een
ronde bolvormige vaas staan met allemaal kleingeld er in. Hij had echt geen
idee waar die vaas vandaan kwam. De verbazing was nog steeds van zijn gezicht
te lezen terwijl hij het vertelde. Zijn vogeltje staat nu in de vensterbank,
geniet van de vogels buiten in de boom voor zijn raam. De man geniet van het
vogeltje. Hij mist alleen toch wel zijn eigen oude vertrouwde voordeur die hij
30 jaar lang had.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten